Narren

Posted on November 8, 2016

“Trump is geen provocateur in een narrenpak. Trump is een nar.” Commentaar in NRC-Handelsblad van 5-6 november 2016 waar de weldenkende lezers van ons avondblad het vast wel mee eens zullen zijn. Een nar is een getolereerde spotter en grappenmaker. Als je in de Middeleeuwen door je bochel niet mee kon komen met de kerels, dan kon je altijd nog proberen bij de koning aan tafel af en toe een scabreus liedje te zingen of een botte grap te vertellen. Als je geluk had mocht je blijven meeëten, tot ze je wegjoegen.

Als er in de hedendaagse politiek meer narren rondlopen dan we strikt genomen nodig hebben, dan mogen we ons afvragen hoe dat komt. Hoe en door wie ze zijn ze gecreëerd? Toevallig zien we in hetzelfde krantenkatern, een paar bladzijden verder, hoe dat proces verloopt. Het enige wat je hoeft te doen is de spotters in de openbare ruimte vrij baan te geven in plaats van ze aan de lijn te houden.

Twee publicisten zijn door de krant uitgenodigd om een betoog voor Rutte te schrijven waarin het toch ondertekenen van het associatieverdrag met Oekraïne wordt verdedigd. Dit pakt heel verschillend uit.

Joshua Livestro, een politiek filosoof van rechtse signatuur die vóór het associatieverdrag is, levert een serieus en goed opgebouwd betoog, toont kennis van zaken, en valt op door inlevingsvermogen en nuance. Het duurt lang voordat je voldoende expert bent om zo’n stuk te kunnen schrijven. Livestro heeft daar jaren voor gestudeerd, in Leiden en Cambridge. Hij heeft gereisd, gelezen, gediscussieerd met VVD eminenten, fouten gemaakt (adviseur geweest van Sarah Palin). Hij heeft geluk gehad met zijn opleiding aan excellente universiteiten, waar hij optimaal gebruik van heeft gemaakt. Hij is controversieel maar hij weet waar hij het over heeft, en hij schrijft prikkelend.

De keuze van de redactie voor de auteur van het tegenbetoog lag voor de hand. Wie anders dan Jan Roos, een van de initiatiefnemers van het referendum dat het associatieverdrag moest gaan tegenhouden? De moeilijkheid met deze uitnodiging was echter dat zij heeft geresulteerd in twee kolommen die overlopen van verontwaardiging en frustratie, vol toeschrijving van kwade trouw en verdachtmaking. Roos etaleert zijn volstrekte onvermogen om te zien dat men ook anders tegen deze zaak kan aankijken dan hij er zelf tegenaan kijkt, en, veel erger, hij doet geen enkele poging om serieus te zijn. Het contrast met Livestro kon niet groter.

Want Roos wil aandacht, ongebreidelde aandacht. Hij wil dat we naar hem luisteren, ook al heeft hij niets te zeggen. Hij wil serieus genomen worden terwijl hij zelf niet serieus is. Hij wil er o zo dolgraag toe doen. Normaal gesproken lukt dat alleen aan wie eerst jaren investeert. Die inspanning kan Jan Roos niet opbrengen. Wie weet, misschien beseft hij diep van binnen ook wel dat hij daar het talent niet voor heeft. Maar het geeft niet, want de NRC redactie geeft hem alles waar hij zo naar hunkert toch wel kado. Niemand die hem kritisch ondervraagt, niemand die hem tegenspreekt. Hij vond het vast zelf een erg gaaf stuk, en het besef dat heel weldenkend Nederland nu de schurft aan hem heeft moet bovendien heerlijk zijn geweest. Mooi geflikt, Jan, inderdaad. De nationale elite tuint er steeds weer in. Je hebt weer helemaal gelijk gekregen: je hoeft alleen maar wat te spotten en het geeft niet wat je zegt, het wordt toch wel gedrukt en landelijk huis aan huis bezorgd. Zo worden narren dus gemaakt, door de verslaafden aan media-aandacht steeds op hun wenken te bedienen.

Jan van Eijck, Amsterdam

8 november 2016, verkiezingsdag USA