Twijfelen aan de Werkelijkheid (23) - Het Toneelstuk (1)

Posted on April 14, 2021

Het is absoluut niet nodig de serie helemaal vanaf het begin te volgen. Deze aflevering staat geheel op zichzelf.

Noot: de tekst is op 15 april 2021 gereviseerd, naar aanleiding van kritisch commentaar van Heleen Verleur. Mijn belangrijkste mentor en inspirator op het gebied van schrijven voor toneel is Helmert Woudenberg.


De dialoogvorm heeft een lange geschiedenis, in filosofie en wetenschap. De Griekse filosoof Plato (vierde eeuw voor Chr) gebruikte hem al voor de gesprekken van zijn leermeester Socrates. Vreemd genoeg was Plato zelf geen liefhebber van theater. Toneelschrijvers en acteurs gunde hij geen plaats in zijn ideale staat, omdat hij meende dat toneel de waarheid geweld aandeed. Dat is eigenaardig, want de theatervorm is juist heel geschikt om complexe filosofische boodschappen over te brengen, en om verschillende wereldbeelden tegenover elkaar te zetten. Galileo Galilei was er een meester in. Maar onze tijd vraagt om absurdistisch vormingstoneel. De filosofie van het absurdisme werd uitgewerkt door Albert Camus (1913 - 1960). Volgens Camus is het leven absurd omdat de menselijke behoefte om betekenis te vinden botst met de betekenisloosheid van een chaotisch universum. Vormingstoneel ontstond in de jaren 1960. Het doel was het publiek sociaal en politiek bewust te maken.


Twijfelen aan de werkelijkheid - het toneelstuk

Personen: Jeroen, actievoerder. Willemijn, zijn vrouw. Anna, een buurvrouw. Lodewijk, haar vriend.

Decor: Een kamer met een tafel en vier stoelen. Twee van de stoelen staan bij de tafel.


Doek open. Jeroen en Willemijn zitten tegenover elkaar aan tafel. Jeroen heeft een Volkskrant in de hand, en hij is zeer geagiteerd.

Jeroen: Niet te filmen dit! De hufters!

Willemijn: Deugt het weer niet, wat ze schrijven?

Jeroen: De gore verzinsels!

Willemijn: Waar gaat het nu weer over?

Jeroen: John Magufuli.

Willemijn: En wie mag dat dan wel niet wezen, John Ma-gu-fu-li?

Jeroen: De president van Tanzania.

Willemijn: En? Wat is er met die man? Heeft ie Europa de oorlog verklaard of zo? Rammelt hij aan de poort? Komt ie eindelijk schadevergoeding eisen bij zijn uitbuiters en onderdrukkers? Het zou onderhand tijd worden, al geef ik hem niet veel kans.

Jeroen: John Magufuli is dood.

Willemijn: Dood?

Jeroen: Dat ze het durven opschrijven.

Willemijn: Hij is overleden?

Jeroen: Verschrikkelijk is het.

Willemijn: En ze schrijven dat hij is overleden?

Jeroen: Hij is dood, ja.

Willemijn: Je zei al dat hij dood was.

Jeroen: Gore ongegeneerde bullshit.

Willemijn: Hij is dood, en de krant schrijft dat hij is overleden.

Jeroen: Op papier uitgesmeerd braaksel.

Willemijn: Dan klopt het toch? Ik snap niet waar jij je over opwindt.

Jeroen: Waarschijnlijk vermoord. Maar dat schrijven ze niet. Moet je dit horen. “Door Magufuli weten we wat er gebeurt als alle macht in een land in handen is van een corona-ontkenner.” Klopt geen ene moer van.

Willemijn: Wat klopt daar niet aan, Jeroen? Hij is overleden, of niet?

Jeroen: De leugens.

Willemijn: Ziek geworden omdat hij tegen de maatregelen was? Zou zomaar eens kunnen…

Jeroen: Willemijn, hij was geen corona-ontkenner. Volgens hem was het een ziekte, net als vele, vele andere.

Willemijn: Ach, gewoon een griepje?

Jeroen: In elk geval niet iets om het hele land voor op slot te gooien.

Willemijn: Maar hij is er wel aan dood gegaan?

Jeroen: Vermoord! Dat is wel bijna zeker.

Willemijn: Vermoord door het virus? Dat hij ontkende? Tragisch hoor.

Jeroen: Hij ontkende niets.

Willemijn: Jeroen, is hij overleden aan covid? Wees nou eens duidelijk!

Jeroen: Dat staat in deze waardeloze kutkrant, ja. Maar dat betekent niet dat jij zoiets moet geloven.

Willemijn: Het probleem is zo langzamerhand wie we moeten geloven.

Jeroen: President John Magufuli van Tanzania is in onze feitenvrije leugenachtige racistische pers helemaal kapot geschreven.

Willemijn: Is dat zo? Ik heb het niet zo gevolgd hoor. Neem me niet kwalijk.

Jeroen: Een straffe hand van regeren, dat had ie, Magufuli.

Willemijn: Streng maar rechtvaardig.

Jeroen: Maar hij werd door de bevolking op handen gedragen.

Willemijn: Op handen gedragen. Werd hij dat?

Jeroen: Als hij een toespraak hield bleven ze minutenlang voor hem staan klappen.

Willemijn: Mi-nu-ten-lang applaus. Hmm.

Jeroen: Toen hij werd gekozen kreeg hij een overmacht van de stemmen.

Willemijn: Die verkiezingen zijn vast goudeerlijk verlopen.

Jeroen: Bij zijn begrafenis stierven er vijf mensen in het gedrang, zo druk was het.

Willemijn: Dan moet hij wel heel geliefd zijn geweest.

Jeroen: Hij had het goed gezien hoor. Hij verbood corrupte kranten.

Willemijn: Tanzania. Heerlijk land moet dat zijn.

Jeroen: Een oase van rust. Omdat extremisten van de media die de bevolking ophitsen bij hem geen kans kregen.

Willemijn: Tanzania. Paradijselijk.

Jeroen: In Tanzania kunnen de kinderen nog lachen, kunnen de ondernemers nog geld verdienen, kunnen de toeristen nog komen genieten van een vakantie zonder afstandsregels.

Willemijn: Tanzania. Een verrukkelijk land. Beetje arm land ook wel.

Jeroen: Ze kunnen daar nog leven!

Willemijn: Totdat ze creperen.

Jeroen: De mensen daar leven en ze gaan dood. Net als overal.

Willemijn: Van de honger of van de corona.

Jeroen: Wat wil jij dan? Een terreur van coronamaatregelen? Net als hier?

Er wordt gebeld.

Willemijn: Daar zit ik nu helemaal niet op te wachten.

Er wordt nog een keer gebeld.

Jeroen: Willemijn, zou je even willen opendoen?

Willemijn: Waarom zou ik?

Er wordt voor de derde keer gebeld. Het bellen houdt extra lang aan nu.

Jeroen: Misschien is het wel belangrijk.

Willemijn loopt de kamer uit. Gestommel in de gang. Ze komt terug met Anna en Lodewijk in haar kielzog. Lodewijk heeft een mondkapje op.

Willemijn: (koeltjes) Ik had eigenlijk geen bezoek verwacht nu.

Anna: Ooh?

Willemijn: Onnodig bezoek, bedoel ik.

Anna: Ooh?

Willemijn: Het wordt ontraden, weet je.

Anna: (enthousiast) Ik dacht, ik ga Jeroen even feliciteren met zijn prachtige stuk in het Lockdown Nieuws Netwerk. Echt ge-wel-dig Jeroen, zoals jij die lui van de Volkskrant op hun nummer zet. Grote klasse.

Willemijn: Je had een appje kunnen sturen.

Anna: Een appje sturen is afstandelijk.

Willemijn: Afstandelijk, ja.

Anna: Maar ik wilde Jeroen graag in levende lijve zien.

Willemijn: Voor een beetje afstand houden is anders ook wat te zeggen.

Anna: (geëxalteerd) Jeroen, ik ben zo blij dat je opkomt voor onze vrijheid. Zo blij dat ik bij jou terecht kan voor informatie die klopt met hoe ik het voel, in elke cel, in elke vezel van mijn lichaam.

Willemijn: In elke vezel van je lichaam! Toe maar!

Anna: Ge-wel-dig hoe jij schrijft Jeroen.

Willemijn: Zo kan ie wel weer, Anna.

Anna: Helder en krachtig!

Willemijn: Anna…

Anna: Wat?

Willemijn: Jeroen lult ook maar wat.

Anna: (geschokt) Hoe kun je dat zeggen?

(stilte)

Willemijn: Lodewijk, dankjewel voor dat mondkapje.

Anna: Hij moest van mij even mee de straat op. Dat binnenzitten wordt nog zijn dood.

Willemijn: Maar hij wilde liever niet?

Anna: Ademen! Leven!

Willemijn: Niet mee hier naartoe?

Anna: We moeten a-de-men! We moeten le-ven!

Lodewijk: Daar hoef je niet zo geëxalteerd over te doen.

Anna: Jij durft niets.

Lodewijk: Ik adem. En ik leef.

Anna: Jij ziet gevaar waar geen gevaar is.

Lodewijk: En ik ben voorzichtig.

Anna: Angsthaas.

Lodewijk: Prudentie is geen angst.

Anna: Pru-den-tie, pfff. Lodewijk, er is niets aan de hand. Alleen, jij ziet dat niet. Het zit in je hoofd.

Lodewijk: Sorry Willemijn en Jeroen. Anna wilde dit.

Anna: En nu verschuilt hij zich achter mij.

Lodewijk: Ik wilde jullie niet lastig vallen.

Jeroen: Ik praat niet met mensen met mondkapjes op.

Lodewijk: (door zijn mondkapje) Wil je daar nu een discussie over beginnen?

(stilte)

Lodewijk: Sorry, niets gezegd. Je praat niet met mij.

(lange stilte)

Lodewijk: Het wordt wel een beetje ongemakkelijk zo.

(stilte)

Jeroen: Je moet ergens een grens trekken.

(stilte)

Anna: Wie nu nog niet door heeft hoe het zit is echt een verloren ziel.

Willemijn: Je bent heel behulpzaam.

Anna: Adem in en adem uit, zou ik zeggen.

Willemijn: Dank je dat je ons dit even komt vertellen.

Lodewijk: Een mondkapje is geen probleem. Ik kan prima ademen.

Anna: Een mondkapje beneemt je de adem. Prana is levensenergie. Die mag je niet blokkeren.

Lodewijk: Wat een gelul weer.

Anna: Alsjeblieft, niet meegaan in de negativiteit! Niet meedoen met het verdeel en heers. Die polarisatie, daar word ik zo moe van.

Willemijn: Namasté en hartjes. Bladiebla.

Anna: Je hoeft niet zo sarcastisch te doen, Willemijn. Stop met TV kijken en ga eens onderzoek doen en contact maken met je hogere zelf, je zelfliefde en je zelfvertrouwen. Want daar schort het aan bij jou, denk ik. Bij Lodewijk ook trouwens.

Lodewijk: Willemijn, het spijt me echt, dit.

Anna: Kom weer terug in je eigen kracht en licht, Willemijn.

Willemijn: Nou wordt ie mooi zeg.

Anna: Wat? Mag ik dat niet zeggen?

Willemijn: Je komt hier zomaar ongevraagd binnenvallen, en dan mij een beetje de les gaan zitten lezen.

Anna: Kracht en licht, Willemijn.

Willemijn: Over mijn gebrek aan zelfliefde?

Anna: Mocht je begeleiding nodig hebben dan ben je altijd welkom.

Willemijn: Wat??? De arrogantie!

Anna: Willemijn, je bent ver weg geraakt van je ware zelf.

Willemijn: Mens, hoe kom je erbij?

Anna: Ik houd je een spiegel voor, dat werkt vaak het snelste.

Willemijn: Als jij alles gelooft wat die daar (wijst naar Jeroen) je allemaal vertelt.

Anna: De ware wijsheid zit in jezelf.

Willemijn: Dan heb ik van jou niets te leren.

Anna: En ik heb van hém (wijst naar Lodewijk) niets te leren.

Willemijn: Hmm. Dat zal wel ja.

Anna: Dan kunnen we elkaar een hand geven. O nee, dat wil je niet, een hand. Afstand houden, anderhalve meter. Was ik even vergeten.

Lodewijk: Afstand houden doen we voor elkaar.

Anna: Hij heeft net zijn prikje gehaald. Daar moeten we hem mee feliciteren geloof ik.

Willemijn: Goed van je, Lodewijk.

Anna: Nou, ik hou anders mijn hart vast. Mijn eigen partner, de komende tien jaar een experiment.

Lodewijk: Het vaccin is heus wel veilig.

Anna: Jij gelooft alles wat ze je wijsmaken.

Lodewijk: Jij laat je onnodig bang maken.

Anna: En het ergste is, ik merk dat die prik al werkt.

Lodewijk: Dit is dom, achterlijk gezwets!

Anna: Hij verliest zijn connectie met zijn ziel, met zijn hart.

Lodewijk: Achterlijke complot-trut!

Anna: Dat schelden van jou vind ik een beetje laag.

Lodewijk: Grr. Ja, ik voel de bijwerkingen al. Dat vaccin is een bitch. Ik ben een hork geworden die zijn hoogst fijngevoelige vriendin uitscheldt voor achterlijke trut. Grr.

Anna: Zie je wel, het is niet meer te harden met hem.

Lodewijk: Omdat jij in complotten gelooft.

Anna: Ben ik het complot soms? Vertel op, wat klopt er niet aan wat ik zeg?

Lodewijk: Misschien kunnen we het beter hebben over wat er wel klopt aan wat je zegt. Dan zijn we eerder klaar.

Anna: Ik word wanhopig. Waar is je hart, Lodewijk?

Lodewijk: Waar is je verstand, Anna?

Anna: Open je hart, man. Besef dan toch dat alles liefde is. Als we elkaar maar aanraken, omhelzen.

Lodewijk: Met aanraken moeten we juist een beetje voorzichtig zijn.

Anna: Jij denkt altijd dat je alles beter weet. Maar de waarheid is niet buiten ons te vinden.

Lodewijk: Voor sommige waarheden moet je uitzoeken wat er aan de hand is.

Anna: De diepste waarheid zit van binnen.

Lodewijk: En vooral niet kijken wat er echt aan de hand is. Lekker makkelijk.

Anna: Teveel lezen is helemaal niet goed voor je connectie met je ziel. En ik voel nu je gebrek aan respect. En dat is h-e-e-l pijnlijk voor mij. Dat is het minste dat ik van mijn partner mag verlangen, toch, respect?

Jeroen: Daar heeft Anna helemaal gelijk in, Lodewijk. Gebrek aan respect. Dat is funest voor een relatie.

Lodewijk: Mondkapje! (Wijst naar zijn mondkapje.) Ik dacht dat jij niet tegen me wilde praten?

Anna: Dat je mij uitscheldt vind ik echt over de grens. Wij hebben een relatie. Nog wel, tenminste. We hebben hier al staatsterreur. En jij doet er nog een schepje bovenop. Dit is zo helemaal niet wat ik wil.

Lodewijk: Moet ik respect hebben voor complot onzin?

Anna: Ik wil liefde. Ik wil openheid. Kwetsbaar zijn. Vrijheid. Ja vooral vrijheid. Ik wil door niemand worden beknot. Niet door de overheid. Niet door jou. Door niemand. Daar heb ik recht op.

Lodewijk: Je vergeet dat jouw recht de plicht is van iemand anders.

Anna: We kunnen allemaal vrij zijn toch?

Lodewijk: Ik draag mijn mondkapje uit solidariteit. Ik houd afstand uit solidariteit. Ik heb mijn prik gehaald uit solidariteit. Om anderen te beschermen.

Anna: Die mondkapjes helpen niet. En ze zijn slecht voor je vrije ademhaling.

Lodewijk: So-li-da-ri-teit. Voor de an-de-ren. Snap je dat?

Anna: Adem moet vrij zijn. Dat begrijpt toch ieder kind. Hoe moet ik dat nu uitleggen?

Lodewijk: Zo’n mondkapje kan echt geen kwaad.

Anna: En die prik is l-e-v-e-n-s gevaarlijk. Je bent niet op de hoogte hoor. Arrogant ben je. Doen of je alles beter weet, maar intussen gewoon de staatspropaganda geloven.

Lodewijk: Ik weet niet alles beter.

Anna: Jij laat je erin luizen.

Lodewijk: Ik heb me wel beter geïnformeerd.

Anna: Beter geïnformeerd. Pff.

Lodewijk: Beter geïnformeerd, ja.

Anna: Weet je wat jij bent? Een mak schaap! Jij laat je gewoon slachten straks.

Lodewijk: (tegen Willemijn) Waar ze het allemaal vandaan haalt…

Anna: We worden onderdrukt, we zijn onderweg naar genocide. Snap dat dan toch! Jij doet nu mee aan een gedragsexperiment. En je hebt het niet eens in de gaten. Altijd de TV. Altijd de kranten. Maar het is allemaal leugen en bedrog wat daar geschreven wordt.

Willemijn: Genocide is echt iets anders, Anna.

Lodewijk: En complotfilmpjes vertellen de waarheid? Ik dacht het niet. Ik vertrouw liever op wetenschap.

Anna: Wat jij niet door hebt is dat bijna alle wetenschap door grote bedrijven wordt gesponsord. Wie betaalt bepaalt. Zo simpel is het, voor wie het wil zien. En dan krijgen we dus het verhaal van Big Pharma, want wie daar tegenin gaat plakken ze duct tape over zijn smoel. Of erger.

Lodewijk: Maar jij hebt betere bronnen…

Anna: Ik heb betere bronnen ja. Want soms gaat een dappere eenling er tegenin. Zoals Judy Mikovits.

Lodewijk: Judy Mikovits! Die Judy Mikovits van jou is een dom kwaadaardig warhoofd.

Anna: Sinds je die prik hebt gehaald is het allemaal nog erger geworden. Dat had je nooit moeten doen. Dat had je nooit, nooit moeten doen. (Ze begint te huilen.)

Lodewijk: Daar gaan we weer.

Anna: Ik weet niet meer wat ik moet doen.

Willemijn: Anna, je bent de weg kwijt. Er is geen onderdrukking, want er is geen onderdrukker.

Anna: Is het geen onderdrukking als ze ons verplicht gaan vaccineren?

Willemijn: Vaccinatie wordt hier nooit verplicht.

Anna: Als ze het vaccinazi-paspoort gaan invoeren is het anders te laat.

Willemijn: Met de covid prik loop je misschien een heel klein risico.

Anna: Een heel klein risico? Het is een experimenteel vaccin!

Willemijn: En dat risico valt in het niet tegen het risico van de ziekte zelf krijgen.

Anna: Als je je bang hebt laten maken.

Willemijn: Mens, lul toch niet. Nou ja, als je het allemaal niet wilt snappen dan snap je het maar niet.

Anna: Weet je wat er achter zit bij jullie? Angst. Een angstpsychose. Jullie willen de waarheid niet onder ogen zien. Omdat het té erg is.

Willemijn: Dit heet het grote omkeren. Zucht.

Jeroen: Zou je Anna met wat meer respect kunnen bejegenen, Willemijn? Alsjeblieft? Je neemt haar absoluut niet serieus. Ieder mens verdient het om serieus genomen te worden. Ze is onze gast.

Willemijn: Ze komt hier ongevraagd binnenvallen, zal je bedoelen. En de journalisten van de Volkskrant? Moeten die niet ook serieus worden genomen?

Jeroen: Dat is heel anders, Willemijn. Dat zou je nu toch moeten snappen.

Willemijn: Iets héél anders?

Jeroen: Corrupt gajes dat zich laat omkopen verdient geen respect.

Willemijn: Iedereen verdient respect! Behalve degenen die geen respect verdienen!

Jeroen: Extremisten die onze samenleving aan het vernietigen zijn.

Willemijn: Ja, dan hoeven we het natuurlijk niet serieus te nemen…

Jeroen: De Volkskrant neemt óns juist niet serieus. Alleen maar leugens en laster schrijven ze over ons. John Magufuli had gelijk. Zulke kranten zijn gevaarlijk. Ze destabiliseren de samenleving.

Lodewijk is zich aan het opwinden. Hij rukt nu zijn mondkapje af.

Lodewijk: Dus je wou de serieuze media maar afschaffen?

Jeroen: Serieuze media. Mag ik even een teiltje?

Lodewijk: Daar worden dingen geschreven die jij niet wilt lezen hè!

Jeroen: Wat?

Lodewijk: Daar worden zaken vertoond die jij niet wilt wilt zien hè!

Jeroen: Ik snap niet wat je bedoelt.

Lodewijk: Daar worden dingen over jou geschreven die niet zo vleiend voor je zijn. Daar kom je nogal, laten we zeggen, ongunstig in beeld.

Jeroen: Omdat het hufters zijn.

Lodewijk: En ik wil dat lekker allemaal wel lezen en ik wil dat lekker wel zien! Dat jij ongunstig in beeld komt.

Jeroen: Ehh.

Lodewijk: Nee, je hoeft niets terug te zeggen.

Jeroen: Nu moet je op je tellen gaan passen, Lodewijk!

Lodewijk: Gaan we een beetje dreigen?

Jeroen: Moet ik je op je smoel slaan?

Lodewijk: Met geweld?

Willemijn: Lodewijk, pas op.

Lodewijk: Ik wil dat lekker wel lezen.

Willemijn: Jeroen kan lijp worden. Dat weet ik helaas uit ervaring.

Jeroen: Bemoei je er niet mee.

Willemijn: Jeroen, beheers je!

Jeroen: Dom takkewijf!

Lodewijk: Effe niet je vrouw afkatten, Jeroen.

Jeroen: Niet mee bemoeien.

Lodewijk: Effe je grote bek houden.

Jeroen: In mijn eigen huis.

Lodewijk: Effe luisteren nu.

Jeroen: Mijn vrijheid, mijn alles.

Lodewijk: Jóuw vrijheid! Hou toch op, man!

Jeroen: Vrijheid is mijn hoogste goed.

Lodewijk: Mag ík van jou mijn krant niet meer lezen? Waar haal je het gore lef vandaan om dat voor mij te bepalen? Hoe zit het met míjn vrijheid?

Jeroen: Gevaarlijke extreem linkse propaganda.

Lodewijk: We hebben dit allemaal eerder gezien hoor.

Jeroen: Nederland is voor de Nederlanders.

Lodewijk: Leve mijn vrijheid! En dan uit naam van die vrijheid de vrijheid van een ander afpakken.

Jeroen: Ik pak jou helemaal niets af.

Lodewijk: Weer lekker marcheren. In bruine hemden.

Jeroen: Waar heb je het over?

Lodewijk: Door de straten van houzee. Met vaandels en oranje blanje bleu!

Jeroen: Dat bedoel ik helemaal niet.

Lodewijk: Volk en vaderland!

Jeroen: Man, lul toch niet.

Lodewijk: NSB-er!

Jeroen: Onzin!

Lodewijk: Fascist!

Jeroen: Gelul.

Lodewijk: De geschiedenis…

Anna: Let op. Lodewijk gaat weer college geven.

Lodewijk: Ik zie de geschiedenis zich herhalen, ja.

Anna: Daar ben ik anders helemaal klaar mee, met die geschiedenislessen van jou.

Lodewijk: Dingen die je niet wilt horen hè.

Anna: Lodewijk, ik word zó moe van dit gesprek.

Lodewijk: Met alles wat jij niet wilt horen ben je he-le-maal klaar.

Anna: Lodewijk, wij leven nú. Laten we het hebben over wat er nú aan de hand is, alsjeblieft.

Lodewijk: De situatie nu is dat er een virus rondwaart.

Anna: En hoe erg is het? Van de tienduizend mensen die geïnfecteerd worden komen er dertien te overlijden. Nou en?

Lodewijk: Daar heb jij je helemaal niet in verdiept.

Anna: Tragisch natuurlijk, maar zo is het leven. Dus waar komt die angst toch vandaan? Heb je nooit geleerd dat angst een slechte raadgever is?

Willemijn: De cijfers die je noemt zijn niet die voor Nederland, schat. En van de patiënten die niet komen te overlijden zijn er behoorlijk veel lange tijd ziek. Wie weet zijn sommigen blijvend invalide.

Anna: Ach, die mensen waren al ziek.

Willemijn: Dus het valt allemaal nogal mee? Hoe weet je zo zeker dat wat jij leest en volgt geen propaganda is?

Anna: Lekker makkelijk hoor, je leven in handen van de overheid leggen en de industrie. Denk je dat Big Pharma het beste met ons voorheeft? Ongelofelijk, hoe naief mensen kunnen zijn. Maar wel zo rustig. Hoef je zelf geen verantwoordelijkheid te nemen over je leven. Ik wens je veel sterkte. Intussen zit ik thuis met een zombie die zich heeft laten inenten.

Willemijn: Je bent echt heel liefdevol nu. Hartje en namasté-tje. Maar wie is er eigenlijk de zombie?

Anna: Ik leef mijn leven niet vanuit angst, lieverd. Ik heb eigen regie. Leg die niet in handen van derden. Nooit gedaan… zelf verantwoordelijk zijn. En Lodewijk heeft dat helaas niet geleerd.

Lodewijk: Nee, Lodewijk begrijpt er weer niets van.

Anna: Nee, inderdaad.

Lodewijk: Een cursusje complotgeleerdheid, iemand?

Anna: Lodewijk, alsjeblieft.

Lodewijk: De complotgeleerde vraagt zich nooit iets af.

Anna: Hoe kom je erbij?

Lodewijk: De complotgeleerde weet alles al.

Anna: Ik bén helemaal geen complotgeleerde. Waar is je respect?

Lodewijk: Als de vragen lastig worden dan beschuldigt de complotgeleerde de vraagsteller van gebrek aan respect en begint de complotfilosoof rustig over iets anders.

Anna: Sta eens even stil bij jezelf, alsjeblieft, Lodewijk!

Lodewijk: Ja, dat kan ook… Je zegt dat de vragensteller ervoor terugschrikt om in zichzelf te kijken en diepere onlustgevoelens en angsten onder ogen te zien.

Anna: Schaap!

Lodewijk: En, o ja, gooi er af en toe een mak schaap tussendoor.

Jeroen: Man, wat zit jij er ver naast!

Lodewijk: Wat ik in mijn krant lees is helemaal fout?

Jeroen: Het gezwets. De hufters.

Lodewijk: Wat klopt er dan niet?

Jeroen: Geen oog voor de drie miljoen ondernemers die het water aan de lippen staat!

Anna: Ik merk dat het hier erg lastig is om te zien wat meer schade oplevert: de maatregelen of covid zelf.

Jeroen: Totaal geen oog voor de 20.000 zelfdodingen.

Anna: De medische schade door uitgestelde zorg, vanwege de corona tunnelvisie. Daar komen ook mensen door te overlijden. En dat wordt allemaal niet meegerekend.

Jeroen: Een schande is het. Een levensgrote godgeklaagde schande.

Lodewijk: Mensen, waar is jullie zelfreflectie?

Jeroen: En intussen krijgen we van de overheid alleen feitenvrije propaganda.

Lodewijk: Waar is jullie openheid voor wat anderen proberen te zeggen? Voor wat ik probeer te zeggen?

Anna: Jij durft niet te leven!

Lodewijk: Je luistert echt niet hè.

Anna: Jij bent gewoon bang!

Lodewijk: Mijn angstpsychose zeker?

Anna: Zombie!

Lodewijk: Het lijkt alsof jullie een gesprek met jezelf aan het voeren zijn.

Willemijn: En dan noemt Anna jou een zombie? Nou wordt ie mooi!

Lodewijk: Dank je Willemijn.

Willemijn: Lodewijk?

Lodewijk: Ja Willemijn?

Willemijn: Ik ben bang.

Lodewijk: Bang?

Willemijn: Ik kan dit niet meer aan.

Lodewijk: Ja dat snap ik.

Willemijn: Ik wil hier niet blijven.

Lodewijk: Dat snap ik heel goed.

Willemijn: Lodewijk.

Lodewijk: Ja Willemijn?

Willemijn: Mag ik bij jou schuilen?

Lodewijk: Kom, we moeten hier weg.

Lodewijk en Willemijn gaan af. Doek.


Wordt hier vervolgd